ZIEKENZALVING

Al klim ik naar de hemel, HEER,
al lig ik bij de doden neer,
al vlieg ik met het daglicht mee
en woon ik ver voorbij de zee –
zelfs dan kan niets mij van U scheiden;
uw hand zal mij voortdurend leiden.

Probeer ik ook uit alle macht
mij te verschuilen in de nacht,
verlang ik dat de duisternis
mij opslokt en mijn schuilplaats is –
dan nog zou mij uw licht beschijnen;
nooit kan ik uit uw zicht verdwijnen.

(Psalm 139, nieuwe berijming)


We komen God overal tegen. In de oorspronkelijke tekst van psalm 139 heeft het zelfs iets beangstigends. Je kunt Hem nergens ontlopen. De psalmist schrijft: “Lag ik neer bij de doden – daar staat Gij”. Ik geloof dat dit ons wil zeggen dat God door ons niet te kennen is, dat God niet zit in onze veilige zekerheden, maar dat we God tegenkomen in alles wat ons vreemd is. Zelfs in de dood.

VER

In de tijd dat ik de gesprekken met Martien en Bernard had werkte ik als vrijwilliger bij 113-online. Ik had een gesprek met een vrouw die dood wilde omdat ze geen grip meer had op haar leven. Ze vertelde dat haar volwassen kinderen, haar man, haar omgeving steeds maar meer van haar vroegen en dat ze daar niet aan kon voldoen… Dat leidde tot ruzies. Ooit was zij de rots in de branding geweest en daar ging ze nu aan ten onder. Ze had de energie niet meer… ze kon niet meer. Ze wist dat ze nee zou moeten zeggen en dat ze de verwijten die ze zou krijgen op de koop toe moest nemen, maar dat had ze eerder moeten doen. Dat station was gepasseerd. Ze zag geen andere uitweg dan de dood. Maar nu haar dilemma: was de dood hier echt wel een uitweg? Want ook in de dood zou ze de daad stellen die ze in het leven niet wilde te stellen. Ze zou met het ultieme einde toch nee zeggen.

ISRAËL

Ik zie in deze vrouw de worsteling met het Leven dat jou maar niet los wil laten, zelfs niet als je je neer wilt leggen naast de doden. Volgens mij is dat Leven de God van Jacob. Jacob vocht met de oerchaos die nog altijd de basis van ons leven vormt.

OVER BEZORGD

Als we dit vergeten, als we het worstelen afgeleerd hebben en ons in onze god, in ons geluk veilig wanen, dan krijgen we de neiging om de vrouw, waar ik het hierboven over had, adviezen te geven: Je moet ook aan jezelf denken… Je moet die kinderen van je duidelijk maken wat er bij je speelt… Je moet… Kortom we trekken haar verhaal in het systeem wat voor ons vastigheid en duidelijkheid geeft en laten haar buiten in de kou staan.

VERANDEREN

We zijn ons allen steeds meer bewust van de noodzaak om God als een vreemde tegemoet te treden. Dat leren we als we een vluchteling ontmoeten. We zullen hem of haar herkennen en erkennen in dat wat ons vreemd is. We leren steeds beter te luisteren en open vragen te stellen in hulpverleningsgesprekken, functioneringsgesprekken, sollicitatiegesprekken… etc. etc. En toch, hoe goed we het ook weten en kunnen, als je ruzie hebt met je moeder of partner of zoon dan val je altijd weer terug in oude patronen. Het is vreselijk moeilijk om werkelijk te luisteren naar mensen die je na staan en niet al te horen wat je al kent.

NA BIJ

We denken dat we, voor ze haar mond open heeft gedaan, al weten wat een naaste zal zeggen. Haar meningen, wroegingen en verwijten zijn ons zo vertrouwd dat ze een deel van ons zijn geworden. Het deel dat ons altijd bij zal blijven, dat wel, maar ook het deel dat ons in de weg zit als ze in levende lijve voor ons staat en ons iets zegt wat ons vreemd is.

ONTZEKEREN

Als we het vreemde zelfs in onze familie en onszelf moeten erkennen, waar vinden we dan nog houvast? Het niet-weten maakt ons tot tastende blinden, het maakt ons tot in onze kern onzeker. Toch geloof ik dat dat nu precies is wat van ons gevraagd wordt. Dat we alleen echt een relatie met onze naasten kunnen hebben als we steeds maar weer die ander willen zien zoals ze hier en nu werkelijk is. Dat we alleen een echte relatie met het Leven kunnen hebben als we het willen zien zoals het hier en nu werkelijk is, zonder het te (be)grijpen of te controleren. Voor mij is dat een worsteling steeds maar weer… Maar ik geloof dat ik iemand alleen kan liefhebben of steunen als ik dit voor elkaar krijg. Als ik de worsteling steeds maar weer aanga. En dan ontstaan er die mooie moment, als ik hem echt even in het gelaat mag zien, als ik hem mag (h)erkennen in wie hij is.