HUWELIJK
Lieve mens, beste ander mij tegenover
Een vreemde aanhef; een samenvatting van waar het in deze post om gaat. Lieve mens, jij die mij lief bent, die dicht bij mij staat, deel uit maakt van mijn wereld. Maar tegelijk ook ‘beste ander mij tegenover’, jij die een deel van de wereld vertegenwoordigt dat mij vreemd is.
Marta
Been van zijn been
De woning
haar bezit
Al gevend
Neemt ze hem
Maria
Aan zijn voet
Open voor
zijn woord
Al nemend
Geeft ze hem
Jezus zegt: Maria heeft het beste deel gekozen en het zal haar niet ontnomen worden.
(Vrij naar Lucas 10:38-42)
Marta
Er zijn hier twee manieren om tegen een ander mens aan te kijken. Aan de ene kant ‘been van mijn been’ (Genisis 2, 23); je ziet de ander als een verlengstuk van jezelf. De ander die past in de wereld waar wij zorg voor dragen, waar wij onszelf verantwoordelijk voor voelen en waar we ons voor inzetten. We herkennen onszelf in hem en vragen of eisen van hem om zich in te passen in ons project. Marta staat hier symbool voor die neiging die we allemaal min of meer herkennen; de neiging om de wereld om ons heen te controleren en te beheersen, om die veilig te stellen en ervoor te zorgen. We hebben allemaal het goede voor en willen dat ook graag beschermen tegen het kwade. De zorg van Marta is helemaal terecht, zonder haar zou de wereld niet functioneren.
Om een (huwelijks)relatie tot vrucht en die vrucht tot wasdom te brengen moeten we ons verwant voelen aan Marta. Het is dan ook heel verleidelijk om de interpretatie van Dorothee Sölle te volgen en Marta te zien als de volwassen versie van Maria, die haar vroegere zelf vooral niet moet vergeten, maar die als volwassene het ‘zusterlijke’ geweten van onze maatschappij vertegenwoordigd. De Marta’s zijn dan de nieuwe bisschoppen en leraressen in de gemeenschap. In Dorothee Sölle’s ogen is Marta het miskende en verguisde deel van de vrouw in de geschiedenis.
Maar toch
Ik denk dat de tekst van Lucas zich niet voor deze interpretatie leent. Jezus kiest hier tenslotte heel duidelijk voor de optie van Maria, al geloof ik niet dat dit ten koste van Marta is. Het is meer als een noodzakelijke aanvulling. Marta en Maria tonen beiden een belangrijk aspect van de menselijke relatie.
Maria
Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal hem een hulp maken die hem tegenover staat. (naar Genesis 2:18)
De vrouw wordt geschapen, niet tot een gelijke van de man, maar tot degene die de man ‘tegenover staat’. In meer algemene bewoordingen worden mensen hier niet als gelijken gezien, maar als elkaar vormend door hun ‘anders zijn’. Dit is wat Emmanuel Levinas beschrijft als de relatie tot datgene in de medemens dat je niet terug kan brengen tot jezelf. Als je Levinas filosofie helemaal doordenkt dan betekent dat dat we niet zoals Marta onze wereld veilig moeten stellen, maar dat we moeten durven ons als Maria open te stellen voor de ander, zelfs als die ons naar het leven staat. Huub Oosterhuis heeft dit als volgt vertaalt:
Ik word ik, ikzelf, in het overstijgen van mijn ik-zucht. Die overstijging wordt mij mogelijk gemaakt, gegeven, in de ontmoeting met de ander in wiens ogen ik de vraag lees ‘laat mij leven, gij zult niet doden’. In de aanvaarding van de ander word ik die ik ‘geschapen’ ben, mijzelf. Word ik onbegrensd verantwoordelijk.
Is dit moeilijk? Dit is moeilijke taal. Is dit te begrijpen? Ja. Is dit te doen? Zij die dit al doende begrepen hebben, vormen een ontelbare menigte in de alledaagse geschiedenis van de wereld.
En ook
We hebben allemaal de rol van de ‘ik’ die geschapen wordt en zich vormt in de confrontatie met de ander, maar we zijn net zo goed de ander. Ik ben de ander, die jij nodig hebt om geschapen te worden. Mijn rol is moeilijk en zelfs gevaarlijk als je in aanmerking neemt dat ik jou moet vragen om mij in leven te houden. Ik kan dit niet doen als ik mijn masker op of mijn harnas aan houd, als ik jou niet als naakte mens tegemoet treedt. De rol van de ander is de rol van de kwetsbare, gekwetste Samaritaan. Het is makkelijk mij af te wijzen.
Ik heb mijn wereld niet zelf in de hand; ik vraag jou.
Ten huwelijk
Het ideale huwelijk is een relatie waar mensen op deze manier de ander tegenover staan. Twee mensen die het anders-zijn met elkaar delen zonder elkaar daarin te kwetsen. Rationeel gezien is dit een onmogelijkheid en iedereen kent de diepe dalen waar men door moet. Maar vanuit mijn geloof, vanuit ons geloof, moet ik inzien dat een relatie met al zijn bergen en dalen de enige mogelijkheid biedt om als mens geschapen te worden. In die zin is een relatie helend en dus heilig.
Lieve
Ik vraag jou, uit naam van Marta, mij te vergeven als ik vanuit mijn zorg voor jou je ooit kwets. Ik vraag jou, met een beroep op Maria, open te staan voor mijn zijn en mij bij je toe te laten, inclusief mijn anders-zijn. Ik vraag jou om je kwetsbaar op te stellen ondanks het feit dat ik je geen garantie kan geven dat ik je nooit zal kwetsen. Ik vraag jou ten huwelijk.
AANVULLINGEN
Van Berna – 24 april 2020:
Huizen in ieder van ons niet twee uitersten? De actie en de rust, de afzondering en de openheid, de controle en het laten gaan, het licht en het donker?
Hoe zou het zijn in onszelf de balans te zoeken, te vinden; vanuit die balans te leven?
En kunnen we vanuit die balans de wereld toelaten en haar ten huwelijk te vragen?