Anders anders
Ik ben een autist. Nu ook met een diagnose, dus wat ze in de Verenigde Staten a card carrying member noemen. Niet dat dat veel uitmaakt, ik blijf die ik was. Het enige dat verandert is dat mijn verhaal, als het over autisme gaat, meer gewicht in de schaal legt.
Of … dat zou ik willen. Ik had hetzelfde idee toen ik, als vrouwelijke natuurkundige, onderzoek deed naar wat studenten motiveert om een bètavak te kiezen. In zowel het mannenbolwerk van de natuurkunde als het vrouwenbolwerk van de onderwijskunde had ik een afwijkende mening voortkomend uit een minderheidservaring. Het feit dat het mijn eigen ervaring was, legde geen extra gewicht in de schaal. Integendeel. Mijn stem telde nauwelijks mee.
Toch probeer ik het!
Ik ben naast autist ook een vrouw met mannelijke trekjes. Ik voel me lekker in de wereld van cijfers, programmeren en structuur en ik val op vrouwen. Al kan het zijn dat mijn mannelijke kant een vlucht is geweest uit de vrouwelijke wereld van pestende meiden en konkelende moeders.
Op eenzelfde manier ben ik autistisch met neurotypische trekjes. Het is niet andersom, want die neurotypische trekjes zijn me in mijn jeugd – door vooral de moeders, maar allicht ook die meiden – afgedwongen.
In een patriarchale samenleving wordt de vrouw gezien als minderwaardig. In vroeger tijden moest een vrouw zich heel wat aandoen om voor vol te worden aangezien. Toch is het een enkeling gelukt. Zo is er sprake van een vrouwelijke paus in de negende eeuw die zich als man voordeed. Maar och, er heeft ooit ook maandenlang een dode paus op de Heilige Stoel gezeten. Dus dat zegt niet veel. Tegenwoordig begint het steeds meer door te dringen dat vrouwen niet onderdoen voor mannen. Het is alleen jammer dat het boek Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus nog altijd actueel is; de communicatie blijft moeizaam.
Op eenzelfde manier is de autist in onze neurotypische maatschappij de persoon die als minderwaardig wordt beschouwd. Ze moet zichzelf geweld aandoen om zich in te passen. Ook hier ligt het probleem in de communicatie. Maar misschien ligt dat aan het feit dat de autist zelden de eigen moedertaal kan spreken. Een neurotypische communicatiemedewerker op de technische universiteit, een autistisch bolwerk, heeft ook zo haar problemen.
We hebben, als we met iemand in gesprek gaan, de neiging om gelijke grond te zoeken. Hoe meer herkenning, hoe meer we het gevoel krijgen erbij te horen. Dat wordt problematisch als de ander een andere taal, in de ruimste zin van het woord, gebruikt. Als je lid bent van een meerderheid, kun je in de verleiding komen om van de buitenstaander te eisen dat hij jouw taal overneemt of anders zwijgt. Dat is gebeurd met vrouwen, met homofielen, met personen met een beperking en met vreemdelingen. Gelukkig komt hier verandering in.
Voor de mensen die de ander willen leren kennen, schrijf ik mijn verhalen. Ik geloof dat die helpen om te ervaren dat we allemaal ergens een minderheid zijn die dat ‘gebrek’ probeert te verbergen. Maar ik geloof ook dat we allen op een andere manier bij de meerderheid horen die haar macht misbruikt. Elk van ons kan lang zoeken om iemand te vinden die gelijk is aan onszelf. Maar juist dat feit maakt dat we onszelf in de ander herkennen.
Mensen die dit inspirerend vinden raad ik aan om te luisteren naar de podcast van Deborah Frances-White, de Guilty Feminist. Voor hen die de humor in het Brits en soms Australisch te snel vinden gaan, is het achterliggende verhaal in boekvorm beschikbaar.
2 Replies to “Anders anders”
Moeilijk stukje voor mij Alice. Ik ben niet zo van de filosofische redeneringen. Wel lees ik jouw worsteling om je een plaatsje te verwerven, misschien wel in die tussenwereld tussen mannen en vrouwen, die wereld van contrasten en tegenstellingen en hoe je daarin past en geaccepteerd wordt. je schrijft voor mensen die op de een of andere manier niet gekend worden omdat ze anders zijn, zeg je. Ik voel me daar niet bij horen, maar hoop dat ik toch af en toe wat kan oppikken van je verhalen.
Veel succes met de worsteling.
Geweldige column!