Toetsbaar waar

Ward, mijn man en natuurkundeprof, vroeg me vanochtend of ik wist hoe je de structuur in de (bèta-) wetenschap zou moeten veranderen om die vrouwvriendelijker te maken. Ik moest hem een antwoord schuldig blijven. Het gaat volgens mij niet om een structuurfout. Als dat zo was dan hadden we die fout al jaren geleden verbeterd.

In het verleden waren er twee kampen: de mannelijke natuurkundigen die vonden dat vrouwen niet de juiste intelligentie hadden; de vrouwelijke niet-natuurkundigen die vonden dat het vak te moeilijk was. Vooral in de VS was de discussie een hot item. Weet je nog de uitspraak van de decaan van Harvard ruim tien jaar geleden? Het was logisch dat vrouwen minder vertegenwoordigd waren in science, want ze waren aantoonbaar slechter. Aantoonbaar ja. De toetsen wezen dat uit. Wat dat betreft had hij gelijk, al kreeg hij het niet.

Nou ja, in 2005 begon het door te dringen dat het toetsbare verschil tussen mannen en vrouwen afhankelijk was van plaats en tijd. De uitspraak van de decaan was wel degelijk toetsbaar. Toch was hij daarom niet automatisch waar.

Mijn mannelijke collega natuurkundedocent en ik waren verantwoordelijk voor de twee 5 vwo natuurkunde 1,2 klassen van het Bernardinuscollege in Heerlen. We maakten om en om de toets: hij volgens de normen van de CEVO en ik ook … Dachten we. Ik had tenslotte de stiel van hem geleerd en we bespraken de toets altijd samen voor we hem aan de leerlingen gaven. Maar hoe kwam het dan dat bij zijn toets de jongens het significant beter deden en bij mijn toets de meisjes? Als ik het me goed herinner, scheelde het een heel punt, in beide klassen!  Daar zijn natuurlijk theorieën over. Dat het met de verschillende manieren van spelen en de bijbehorende woordenschat te maken heeft. Of dat meisjes liever langere teksten hebben die alle onzekerheid in de vraagstelling teniet doet, maar dat jongens daar juist in vastlopen. Opvallend is wel dat mijn latere (altijd mannelijke) collega’s mijn toetsen te moeilijk vonden en dat meisjes er juist een voorkeur voor hadden.

Dit verhaal toont niets aan – toen ik het aan mijn dochter vertelde, zei ze: ‘Maar mam, jij maakte echt moeilijke toetsen, dat vond iedereen op school’ – maar uit veel gedegener onderzoek dan mijn ervaring blijkt dat toetsen cultuurgebonden zijn. En waar toetsen gebruikt worden als selectiemiddel – en dat doen we in Nederland op alle vlakken – selecteren we op cultuur.

Zolang mannen de toetsen maken, scoren vrouwen slechter. Gelukkig zijn er vrouwen die in het mannenbolwerk van de wetenschap weten door te dringen door zo goed te scoren dat ze de ander en zichzelf kunnen overtuigen dat ze goed genoeg zijn om door te zetten. Deze vrouwelijke natuurkundigen komen steeds vaker in de positie waarin ze de toetsen en daarmee  de selectie bepalen. Ik denk dat dat een element is waardoor het scoreverschil tussen mannen en vrouwen verdwijnt. Tot …

Tot blijkt dat de vrouwen zich meer laten verleiden tot het geven van onderwijs dan mannen en vrouwen hoger gaan scoren. Of natuurlijk, dat is al gebeurd! Waarom durf ik dan niet te zeggen dat vrouwen aantoonbaar beter zijn in natuurkunde dan mannen? Is dat misschien waar het mis gaat?

2 Replies to “Toetsbaar waar”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *