De kleine prins
Als vrijwilliger bij 113online viel me op dat veel – zo niet de meeste – mensen, die het leven niet zien zitten, zich fundamenteel onbegrepen voelen.
Ik zocht naar een manier om troost te bieden in de wetenschap dat het onmogelijk is om een ander volledig te begrijpen. Meestal begon ik daarmee. Met het delen van die ervaring, maar ook met begrip voor de ander die niet kan wat jij zelf ook niet kunt. Want wie begrijpt zichzelf? O ja, er zijn mensen die (denken) dat ze zichzelf in de hand hebben, maar dat zijn niet de mensen die zelfmoord willen plegen.
In Le Petit Prince beschrijft Antoine de Saint-Exupéry zijn ervaring als kind. Hij heeft een slang getekend met een olifant in zijn buik. Hij vraagt aan volwassenen wat ze in de tekening zien. Er is niemand die het ziet. Hij wijt het onbegrip aan zijn gebrek aan tekentalent en tekent een opengesneden slang met een olifant duidelijk zichtbaar in de maag. Hij past zich aan. Tot hij de kleine prins tegenkomt – jawel, midden in de woestijn – en die ziet meteen wat het is.
Uiteindelijk is het boek een zoektocht naar vrienden, mensen die je de ruimte geven om te zijn die je bent zonder je vast te pinnen op iemand die zij kunnen (be)grijpen. Mijn ervaring is dat je bij die mensen troost kan vinden en bij de kleine prins natuurlijk.